Lezen
Slides
Practicum: Spraakbasis
In menselijke talen vind je een rijke verscheidenheid aan patronen, op verschillende niveau's: hoe zitten lettergrepen in elkaar, of woorden, woordgroepen, enzovoort. De theorie van formele talen en automaten levert instrumenten om patronen met verschillende complexiteit te onderscheiden; bij elk type complexiteit hoort een op maat gesneden rekenmodel.
In dit cursusonderdeel kijken we naar patronen die je kan vangen met zogenaamde reguliere expressies. Om te rekenen met reguliere expressies gebruiken we een machinemodel: eindige automaten. We bespreken twee typen van eindige automaten: herkenners en transducers.

We gaan eerst eens kijken wat spraak en spraaktechnologie eigenlijk inhouden. In het bijzonder over spraakakoestiek wordt in het boek van Jurafski and Martin, Speech and Language Processing, nauwelijks ingegaan. We beginnen daarom eerst met de vraag waarom spraak bijzonder is in communicatie, en wat specifieke eigenschappen van spraak zijn. Hoe spreken mensen, en wat zijn de articulatorische en akoestische eigenschappen die geluid tot spraak maken? Welke klassen van spraakklanken onderscheiden we en wat zijn features als stemhebbend en stemloos? We gaan ook dieper in op de eigenschappen van spraakklanken, bronspectrum en resonanties.

In dit practicum leer je de eerste grondbeginselen van de geluidsanalyse aan de hand van zelf gemaakte opnames. Het volledige practicum staat beschreven op de practicum spraakbasis pagina's.

Je kunt veel uitgebreider zelfstudie doen naar fonetische grondbeginselen via het on-line practicum Fonetiek.

Dit practicum is het eerste van de individuele verslagen over spraak (die samen 20% van je eindcijfer gaan vormen). Het verslag uiterlijk 11 mei inleveren via de inleversite van Ephorus (plagiaatdetectie). De inlevercode is TST1.