taal met 1 hand . weels for de welsj is een vreemd boek . er komt niet 1 lang woord in voor . elk woord in dat boek is kort . als men het leest weet men eerst niet wat het is , en dan moet men vaak ha ! ha ! doen , want het staat erg raar , een heel boek met elk woord zo kort . vaak is het net of een kind het zegt en het geeft ook een soort toon van spot ; het viel mij op dat het soms lijkt op de stijl van piet grijs . ik weet niet goed hoe dat komt . wat staat er in dat boek # er staat in van een man die loe djoons heet , in de taal van dat boek , want dat is niet de taal van ons land , is djoons ook een kort woord dat je in 1 keer zegt net als bij ons het woord zoons , en van een soort vis die heel groot is en die zwemt bij de pool ; er drijft daar heel wat ijs maar die vis heeft veel spek en dat houdt hem warm . het is niet echt een vis maar een dier met warm bloed . in het hart van dit dier is vier maal een vak , als in het hart van een jong wijf , de long is als de long van het paard en het oor als het oor van een mol . op zijn lijf zit niet 1 schub als op het lijf van een vis die echt een vis is , maar het heeft haar als het haar van een haas als het nog zit in de buik van zijn ma . die loe djoons was een bard , dat is een man die dicht , zo zijn er veel in weels , want hij kwam uit weels . en loe djoons wou rood vlees op het bord van elk mens in zijn land , hij dacht : wie veel rood vlees eet wordt flink . maar vlees is duur . hoe kom je aan zo veel vlees # toen dacht hij aan vlees uit de zee , het vlees van die vis met een hart als een jong wijf . hij vindt dus een schip en dat schip brengt zoon vis mee naar huis uit de zee bij de pool . dat vlees van die vis blijft wel goed door het ijs dat daar drijft , dacht loe djoons . maar djoons had het mis : door het spek blijft het lang warm in de buik van die vis , nog wel een week na zijn dood . zo kwam al vlug de rot in die vis en de lucht werd zo slecht dat er geen net woord voor is . het vlees uit zee komt aan in weels maar met zoon leeuw van een stank dat geen hond het meer wil . al wie het rook lei zijn hand op zijn neus en werd boos op loe djoons . een man gooit een steen naar zijn hoofd en nog een man knijpt met een hand zijn neus dicht , pakt een stuk van dat vlees en ook dat krijgt loe djoons naar zijn kop . nu wordt , door een heel klein soort beest in de darm van die vis , het vlees snel tot gif . komt dat gif in een wond dan volgt de dood door koud vuur . zo ging het ook met loe djoons . de dag er na werd djoons ziek . zijn huid was heet en klam . zijn oog werd nat en dof . hij hijgt en hapt naar lucht . nu is er in weels een proef op de som om te zien wie echt een bard was en wie niet , en het is een proef die nooit faalt . schoon elk jaar een bard een prijs krijgt om hem , zo hij echt een bard is , tot steun te zijn op zijn weg , weet elk dat hij eerst dood moet zijn voor men er echt op aan kan . die proef op de som is : was het woord dat hij het laatst sprak een groot woord # en djoons blijkt echt een bard want hij spreekt een groot woord als hij sterft . wie wil zien wat dat was kijkt maar in het boek , want het is nog te koop . als men het uit heeft denkt men nog lang net als ik nu schrijf . het brein komt in de ban van die taal . in die taal is er van elk ding nog maar 1 , want twee of meer kan haast nooit . het is iets als een taal met maar 1 hand , een taal die hinkt .