Utrecht University            

Rob van Gerwen's | Welcome | Teaching | Research | Contact | Weblog | Sitemap | Consilium Philosophicum

Courses | Index | Kunst en het kwaad | Filosofie in praktijk | Het Schone: kunstfilosofie | HHRS: Kunst en digitalisering | HOVO: diverse
Extra-curricular Blackboard | Leeronderzoek esthetica | Mind and Art | Art and morality | Capita Selecta Aesthetics

Rob van Gerwen

07 November 2022: 14:47

Outline Begrippen How to blog
Rob van Gerwen, Ph.D.

Humanities Honours Research Seminar (HHP3V14001)

Kunst en digitalisering

Locatie

De bijeenkomsten zijn op drie dinsdagen van 11.00-12.45, in zaal Drift 25 103.

1. Wat verstaan wij onder kunst? [1 mei 2018]

Filosofie van de kunsten is toegepaste filosofie. Wat is kunst; kunnen we kunst definieëren? Het moderne systeem van de schone kunsten stamt pas uit de Verlichting, dezelfde tijd waarin de moderne wetenschappen opkwamen: kunst is dus niet zo oud als de mensheid. Welke rol speelt de kunstenaar voor de kunstbeschouwer? (Waarom) zijn we geïnteresseerd in hun biografie? Nemen we de kunstenaar waar in het kunstwerk? Wat zijn de objectieve en wat de subjectieve eigenschappen van kunstwerken? Wat is authenticiteit, en wat is vervalsing? Wat is het verschil tussen onze voorkeuren en onze esthetische (kritische) oordelen? Is het erg wanneer je een kunstwerk niet meteen helemaal kunt doorgronden?

Verder lezen? [voor UU-studenten]

Gerwen, Rob van. 2015. “Aesthetics as First Philosophy.” Aesthetic Investigations 1 (1): i–ii.
Kristeller, Paul Oskar. 1978. “The Modern System of the Arts.” Journal of the History of Ideas 12:496–527.
____________. 1978. “The Modern System of the Arts.” Journal of the History of Ideas 13:17–46.
Levinson, Jerrold. 1990. “Defining Art Historically.” In Music, Art & Metaphysics, 3–25. Ithaca, N.Y.: Cornell University Press.
Weitz, Morris. 1956. “The Role of Theory in Aesthetics.” Journal of Aesthetics and Art Criticism 15:27–35.
Dickie, George. 2000. “The Institutional Theory of Art.” In Theories of Art Today, edited by Noël Carroll, 93–108. Madison: University of Wisconsin Press.

2. Wereldbeeld en de geest [8 mei 2018]

Ons wereldbeeld is dat van de objectivistische wetenschappen, waarin subjectiviteit geen rol speelt. Subjectiviteit is niet objectief vast te stellen, maar hoogstens statistisch te benaderen. Wij zijn niet ons brein, maar onze geest. Waarneming is uitgebreid met de werkelijkheid die waargenomen wordt: als ik een stoel zie, vormt die stoel (in de werkelijkheid) een integraal onderdeel van mijn waarneming—anders was het een illusie of psychose.
Een stoel zien betekent ook een handelingsmogelijkheid zien: iets om op te zitten. Door de dingen en gebeurtenissen met al onze zintuigen synchroon waar te nemen (je ziet iets niet alleen, maar hoort en ruikt en voelt het ook tegelijkertijd), bewijzen we dat het bestaat. Als we er daarna ook nog iets mee doen, bewijst die handelingsmogelijkheid dat het ding bij onze waarneming past: dat onze waarneming het ding correct heeft gezien. Hoe wij ons als persoon tot de dingen verhouden bewijst niet alleen het bestaan van die dingen maar ook ons eigen bestaan (in die werkelijkheid). Wij zijn erbij aanwezig. Online is het nieuwe afwezig.
Maar ons wereldbeeld is niet alleen wetenschappelijk, het wordt ook meer en meer digitaal. Onze interesses worden gestuurd door ondoorgrondelijke algoritmen. Waarom spreken we hier liefkozend over als "kunstmatige intelligentie"? Het is eenvoudig kunstmatige complexiteit. Of de output uit de algoritmen ergens op slaat moet nog vastgesteld worden. Maar wij doen alvast dat het allemaal correct is, en dat die zogenaamde kunstmatige intelligentie ons eigenlijk beter kent dan wijzelf onszelf kennen. En we laten het internet voor ons beslissingen nemen.

Verder lezen? [voor UU-studenten]

Gerwen, Rob van. 2018. “Wereldbeeld en Identiteit”
Noë, Alva. 2006. “Experience without the Head.” In Perceptual Experience, edited by Tamar Szabó Gendler and John Hawthorne, 411–33. Oxford: Oxford University Press.
Gibson, J.J. 1986. The Ecological Approach to Visual Perception. London, Hillsdale, N.J.: Lawrence Erlbaum Associates.

3. (Interne) waarnemers [15 mei 2018]

Dat mensen elkaar kunnen aankijken en op die manier contact leggen (en vaststellen of de ander vriend of vijand is) vormt de basis van ons samenleven. Hoe meer we hier van afzien (bijvoorbeeld door alleen nog via WhatsApp te communiceren), des te schraler wordt ons leven.
Als we elkaar aankijken, erkennen we elkaar als subjecten. Als we elkaar observeren, beschouwen we elkaar als objecten. In de krant, op internet of in de bioscoop observeren we de wereld van de representatie (krant, website of film); maar hoe geraken we in die wereld? Dit is niet alleen een probleem voor de kunsten maar ook voor de journalistiek.
In de journalistiek zijn het de iconische foto's die ons de werkelijkheid in lokken, in films zijn het de manieren waarop de personages elkaar aankijken. Iedere kunstvorm lijkt hiervoor haar technieken te hebben. In alle gevallen gaat het om onze vermogens om buitenstaanders (want dat zijn mensen die naar een afbeelding kijken of een beschrijving lezen) die andere werkelijkheid in te lokken.
Men zou dit de bewijskracht van die media en films kunnen noemen: zo bewijzen ze dat wat ze op ons overbrengen, ook echt de werkelijkheid is.
Ik denk hierbij ook aan Byzantijnse iconen, en in het algemeen aan kunst. Kunstwerken pogen de beschouwer met het werk te laten interageren op een manier die we eigenlijk alleen kennen van mensen onderling.

Verder lezen? [voor UU-studenten]

Fridlund, Alan J. 1997. “The new ethology of human facial expressions.” In The Psychology of Facial Expression, edited by James A. Russell and José-Miguel Fernandez-Dols, 103–32. Cambridge, New York: Cambridge University Press.